- dichtslaan
- {{dichtslaan}}{{/term}}I 〈onovergankelijk werkwoord〉1 [krachtig dichtgaan] slam shut ⇒ bang shut2 [met betrekking tot personen] clam upII 〈overgankelijk werkwoord〉1 [krachtig dichtdoen] bang/slam (shut) 〈deur〉 ⇒ snap shut 〈boek〉♦voorbeelden:1 de deur voor iemands neus dichtslaan • slam the door in someone's face
Van Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels. 2015.